Scroll Top

Onder filosofen

Phlizz

Online magazine van het Lewis Carroll Genootschap

Boekbespreking van 

How to Think Like a Philosopher. Scholars, dreamers and sages who can teach us how to live.
Peter Cave
Bloomsbury Continuum, 2023
ISBN 978-1-3994-0791-5
€ 14,77; 291 pag. 

Enigszins tot mijn verrassing trof ik een paragraaf over Lewis Carroll aan in het boek How to think like a philosopher van de Britse filosoof Peter Cave. Het boek bevat korte stukken (elk ca. 8 pagina’s) over 30 van de ‘greatest sages’ die de wereld heeft gekend. Elk stuk bevat een korte beschrijving van het leven en de invloedrijkste gedachten van de besproken figuur en wordt afgesloten met een conclusie in enkele woorden “How to think like …”.  

Peter Cave, de auteur, is een filosoof die doceerde aan University College London en King’s College Cambridge. Hij schreef meer werken met inleidend karakter, o.a. This Sentence is False: An introduction to Philosophical Paradoxes. 

De geselecteerde “scholars, dreamers and sages”
De selectie van de besproken denkers is uiteraard persoonlijk. Dat neemt niet weg dat usual suspects als Socrates, Plato, Aristoteles, Descartes, Spinoza, Leibniz, Hume, Kant, Nietzsche, Sartre, Wittgenstein, Arendt allen aan de orde komen. Opvallend is dat hij enkele figuren heeft opgenomen die gewoonlijk niet als filosoof worden aangeduid. Dat geldt in het bijzonder voor Lewis Carroll en Samuel Beckett. We komen meer literatoren tegen, maar bijvoorbeeld Iris Murdoch en Jean-Paul Sartre genieten brede erkenning als filosoof.
Een ander opvallend persoon is Zeno (van Elea), vooral bekend van paradoxen. De verklaring daarvoor is vermoedelijk Caves liefde voor paradoxen die blijkt uit zijn hierboven genoemde publicatie. Volgens menig historicus was Zeno echter geen origineel denker maar een leerling of assistent van Parmenides. Ter compensatie krijgt Parmenides ook van Cave de nodige credits in de bespreking van Zeno. Zeno’s naamgenoot (van Citium) had hier overigens niet misstaan; hij was de oprichter van de Stoïcijnse School waarvan de principes tegenwoordig een opvallende revival beleven. 

Cave is een Brit en dat is te merken. David Hume ontbreekt bijvoorbeeld niet. Als empirist was hij de inspirator van de Wiener Kreis, een groep filosofen die in de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw eenheid van de wetenschap nastreefden door het gebruik van een universele, logische taal; een van de uitgangspunten daarbij was dat alleen verifieerbare uitspraken zinvol zijn.  Niettemin benadrukt Cave aan het eind van de paragraaf van Hume vooral zijn goede humeur.
Cave heeft de nodige moeite met Heidegger die sowieso niet zo populair is bij Britse filosofen en niet alleen vanwege zijn nazi-sympathieën. Hij beschrijft Heideggers werk als “painfully obscure, even pretentious”. De vraag “How to think like Heidegger” beantwoordt hij dan ook met: “I’m temped to say: ‘Must you?’” Cave meldt dat de Wiener Kreis zich vrolijk maakte over Heideggers uitspraak ‘Das Nichts nichtet’ en legt hier een toch wel merkwaardige, vage link (“we may be reminded of”) met Carrolls woordspel met ‘nobody’, waarover dadelijk meer. 

Wittgenstein is nadrukkelijk aanwezig. Hij heeft natuurlijk een eigen paragraaf maar bij vele anderen wordt naar hem verwezen. En wanneer Cave in zijn inleiding het doel van het boek beschrijft (hij hoopt zijn lezers aan te zetten tot eigen denkwerk), citeert hij ook  Wittgenstein: “What’s the good of having one philosophical discussion? It’s like having one piano lesson.” 

Lewis Carroll
Hoe dan ook, ik was toch vooral benieuwd hoe Cave Carroll zou behandelen.
De korte inleiding met biografische details belooft niet veel goeds. Cave heeft duidelijk niet de moeite genomen zich in de persoon te verdiepen. Hij noemt Carroll “odd” en “very puritanical” en weet te melden dat zijn obsessie met Alice en “his eagerness” om jonge meisjes naakt of schaars gekleed te fotograferen indertijd al wenkbrauwen deden fronsen. Het zou volgens Cave tegenwoordig dan ook helemaal niet goed met hem aflopen en we zouden blij mogen zijn dat de boeken niet op de brandstapel zijn beland. En dat was het dan. Over gefronste wenkbrauwen gesproken. 

 De Alice-boeken blijven volgens Cave fascineren, als kinderboeken maar ook als filosofische ‘stimuli’: ze roepen vragen op over “one’s personal identity, the nature of time and the relationship between items and features”. Hij verwijst hierbij ter illustratie kort naar enkele voorvallen met de Cheshire Cat.
Een tweetal passages wordt expliciet besproken. In de eerste plaats de passages met een dubbelzinnig gebruik van ‘Nobody” (1). Volgens Cave is hierbij sprake van problemen met ontkenningen en niet-bestaande entiteiten, die na Carrols tijd met behulp van de logica zijn opgelost door Frege en Russell. Iets meer nuance had gemogen, maar Cave moest zich natuurlijk beperken. 
Dan is er uiteraard Humpty Dumpty: “When I use a word, it means just what I choose it to mean” en “The question is: which is to be master”. Hier legt Cave een link met Wittgensteins ‘private language’. Hij hanteert hiervoor de simplistische interpretatie van Humpty Dumpty’s uitspraak die ik eerder in een in Phlizz gepubliceerde analyse (2) heb bestreden. 

 Naast de Alice-boeken noemt Cave Carrolls twee logische paradoxen: De Barbershop Paradox en What the Tortoise Said to Achilles (WTSA) (3). Beide paradoxen gaan over problemen met conditionals, hypothetische of voorwaardelijke uitspraken in de vorm van ‘als … dan …’. Bertrand Russell was lovend over Carrolls paradoxen en gaf ook een oplossing voor de Barbershop Paradox: hij noemde het de paradox van materiële implicatie. In de materiële implicatie is de uitspraak ‘Als P dan Q’ alleen onwaar in het geval dat P waar is en Q onwaar. Met andere woorden: elke conclusie uit een onware uitspraak is waar. Deze opvatting van het begrip ‘implicatie’ staat op gespannen voet met het dagelijkse taalgebruik en Carroll voelde zich er ook ongemakkelijk bij. De paradox is dus te zien als een voorbeeld van de spanning tussen de taal van logica en de natuurlijke taal die een belangrijke rol speelt in Carrolls literaire werk.  Cave komt echter niet veel verder dan “Something has gone wrong with the reasoning”.
WTSA wordt wel gezien als Carrolls bekendste logische werk, al was het maar vanwege de opname in Gödel, Escher, Bach. Deze paradox gaat over de rechtvaardiging van logische gevolgtrekkingsregels en de vraag of een gegeven rechtvaardiging vervolgens niet een nieuwe rechtvaardigingsvraag oproept, een oneindige regressie dus; Cave noemt het een “puzzle of endlessness”. Onder filosofen bestaat geen overeenstemming over de ‘oplossing’. Sommigen stellen dat een gevolgtrekking die gebaseerd is op een gegeven regel, deze regel niet als een van de premissen mag bevatten. Bertrand Russell ziet een uitweg in het onderscheid tussen ‘implicatie’ en ‘gevolgtrekking’ en Gilbert Ryle stelt dat men de regel die men bij een gevolgtrekking hanteert, niet expliciet in gedachten hoeft te hebben. Cave houdt het simpeler: “It is often a mistake […] to demand that there be some form or rule behind wat we do, in order to justify what we do”. Tja, dan durf je nauwelijks meer naar de rechtvaardiging van deze uitspraak te vragen .… 

 Gaandeweg tijdens het lezen van de paragraaf over Carroll begon ik me af te vragen hoe Cave aan het eind de vraag “How to think like Lewis Carroll?” zou gaan beantwoorden. Hij doet dat als volgt: “Dream up silly scenarios, provoking philosophical wonderments.” Daar kan ik dan wel weer mee leven: met zijn nonsens-literatuur roept Carroll een spanning op tussen taal en betekenis en zet ons zo aan het denken: over taal, logica en mogelijk ook over achtergelegen filosofische kwesties. De vraag of Carroll hiermee een scholar, dreamer en/of sage is, mag de lezer zelf beantwoorden.
Al met al huppelt Cave wat willekeurig door Carrolls werk en weet hij de kern van zijn voorbeelden niet goed te raken. Het is prijzenswaardig en zeker niet onlogisch dat hij Carroll in zijn boek heeft opgenomen, maar de uitwerking van de gekozen thema’s is matig. Aansluitend bij het hierboven aangehaalde citaat van Wittgenstein: als dit de eerste pianoles is, had hij de piano wel even goed mogen stemmen. 

 Noten. 

  1. Zie ook mijn bespreking van Carrolls gebruik van ‘Nobody’ in Phlizz: https://lewiscarrollgenootschap.nl/lewis-carroll-en-niemand-anders  
  2. Zie mijn analyse van Humpty Dumpty’s opvatting over taal in Phlizz: https://lewiscarrollgenootschap.nl/de-vraag-is-wie-de-baas-is-punt-uit-de-taalfilosofie-van-humpty-dumpty/.Ook deze paradoxen heb ik eerder besproken in Phlizz (zie  https://lewiscarrollgenootschap.nl/de-barbershop-paradox-van-lewis-carroll/ en 
  3. https://lewiscarrollgenootschap.nl/wat-de-schildpad-zei-tegen-achilles-lewis-carrolls-gevolgtrekkingsparadox/); ze komen ook aan de orde in mijn boek De logische wereld van Lewis Carroll en wat Alice daar aantrof, inclusief een integrale vertaling van beide stukken. 

[print_button]