Scroll Top

Alice in popmuziek 1: White Rabbit

Phlizz

Online magazine van het Lewis Carroll Genootschap

release 24 juni 1967

Het ligt in de bedoeling op deze plek met enige regelmaat te schrijven over ‘Alice in Wonderland’ in de popmuziek. Voorlopig zonder doel tot een samenhangende publicatie te komen, overigens. Het kan gaan over een specifiek nummer, een bepaalde periode, interpretaties van de Jabberwocky,… De start moest wel zijn: ‘White Rabbit’, het meest iconische nummer, ondanks het feit dat daar al erg veel over gezegd is. Voor sommigen zal het (een feest der?) herkenning zijn, met hopelijk nog iets nieuws, voor anderen wellicht een handig overzicht van iets wat al vaag bekend was.

Dankzij het speurwerk van hobbyisten kun je op internet (zie onderaan de literatuurlijst) een flink aantal popnummers bij elkaar sprokkelen waarin elementen en personages uit (voornamelijk) de twee Alice-boeken van Lewis Carroll voorkomen. Ándere hobbyisten zorgen er dan weer voor dat je de teksten, platenhoezen, persingen en cd-prints daarvan en informatie over de artiest(en) kunt vinden, met hier en daar een discussie over de tekst.

Er is van alles en nog wat. Meestal is er niet veel meer dan een verwijzing naar iets als ‘de weg kwijt zijn’, ‘in de put zitten’, ‘weer boven moeten komen’, ‘ik voel me als Alice’, ‘ga met me mee naar underground/wonderland/volg het konijn met mij’. In de liedjes over Alice/Alise/Lisa is het soms maar de vraag  of het om ‘onze’ Alice gaat. Zie b.v. Nick Cave & The Bad Seeds, ‘Watching Alice’, 1988. Of het is nagenoeg zeker dat het ‘gewoon’ een Alice is, zoals het door Smokie beroemd geworden ‘Living next door to Alice’(Chinn/Chapman, 1972; Smokie, 1976). De Mad Hatter wordt vaak ingezet, er is een flinke hoeveelheid Jabberwocky’s (meestal gereciteerd). Dan heb je wat Malice in Wonderlands, een enkele Red Queen, een enkele Humpty Dumpty, een enkele Tweedledum and Tweedledee (Tweedle Dee & Tweedle Dum (Bob Dylan), een paar Chesires, zoals die van de bands American Scarecrows en Frumious Bandersnatch, en een spaarzame Mock Turtle. Soms gebruiken artiesten/bands het Alice-verhaal om hun clip op te leuken, ook als daar in de tekst geen directe aanleiding voor lijkt te zijn. Zie o.a. het filmpje onder ‘Don’t come around here no more’ (1985) van Tom Petty and The Heartbreakers.

De grote klapper van Alice vond plaats eind jaren ’60 van de vorige eeuw. Het verschil tussen het begin van dat decennium en het eind daarvan kan niet groter zijn.  In 1963 klinkt het mierzoete ‘Alice in Wonderland’ van Neil Sedaka, een aantal clichés gekoppeld aan personages uit Adventures en Looking-Glass. Met regels als: ‘Alice, will you take me by the hand/and lead me to your wonderland’, ‘Tweedledum and Tweedledee/you have made my life a fantasy’ en ‘my heart goes pitter patter/’cause I’m mad as a hatter’ (de eerste twee regels zijn uiteraard voer voor grappenmakers over pedofilie). De vermenging van beide boeken onder de titel Alice in Wonderland, dat spreekt en zingt natuurlijk ook gemakkelijk, zal een blijvertje blijken. Eigenlijk was het al enige tijd zo, helemaal sinds de Walt-Disneyfilm van 1951; Looking-Glass levert een paar figuren aan Adventures: Humpty Dumpty en Tweedledee en Tweedledum vooral, een enkele keer The Walrus & The Carpenter. Van de koningen en de koninginnen wordt voornamelijk de Red Queen gebruikt, die geleidelijk de Queen of Hearts uit Adventures in zich opneemt. Ook de spiegel wordt vaak genoemd.

In 1965 zet Marianne Faithfull ‘Jabberwocky’ op een folkalbum met traditionals, Come my way. Gerecitieerd boven licht ‘psychedelisch’ gitaarwerk. Een verdere aankondiging van een en ander zou je kunnen zien in de muziek onder de film Alice in Wonderland (1966) onder regie van Jonathan Miller: Ravi Shankars hypnotiserende getokkel op de sitar. Eind jaren ‘60 gaat het helemaal los qua Alice. In een paar jaar zet een legertje vooral Britse en Amerikaanse artiesten maar vooral band(je)s iets met verwijzingen naar Carrolls werk op de plaat: Donovan (‘The Trip’, 1966, later nog een stel door hem, onder andere ‘The Jabberwocky’ en ‘The Walrus and the Carpenter’), Peter and the Wolves (‘Little Girl lost and found’, 1967), Spindrift (‘Alice’, 1967?), The Incredible String Band (‘The Mad Hatter’s song’, 1967), Jefferson Airplane (‘White rabbit’,1967), The Bunch (‘Looking Glass Alice’, 1967), The Berkeley Kites (‘Alice in Wonderland’, 1967), The Beatles (‘I am the Walrus’, 1967), The Bards (‘The Jabberwocky’, 1967), The Central Nervous System (‘Alice in Wonderland’, 1968), Tim Hollier (‘And where were you that Morning Mr. Carroll’, 1968), The Glitterhouse (‘Alice in Wonderland’, 1968), King George Discovery (‘Alice from Wonderland’, 1968), Frumious Bandersnatch (‘Chesire’, 1968), The Fourmyula (‘Alice is there’, 1968), Boeing Duveen and the Beautiful Soup (‘Which Dreamed It’/’Jabberwock’, 1968). Een flink deel hiervan is alternatief of psychedelisch, maar er zit ook simpele gezelligheid tussen, zoals het nummer van The Fourmyula; alleen als je de tekst héel ‘interpreterend’ leest, kun je daar iets van het gebruik van geestverruimende middelen in zien.

aankondiging in Billboard, 17 juni 1967

Aan de basis ligt de bewondering van jonge muziekmakers in de VS voor de Britse min of meer alternatieve pop, zoals die van Them, The Yardbirds, The Kinks en The Beatles. Die paste naadloos in de behoefte van de in garages klittende jongeren en oefenende jonge bandjes (“….primitieve rock, gespeeld op VOX-gitaren, misvormd door fuzz boxen, Farfisan-orgeltjes en snotterige zang” (Rijkebroer 2015, p.7) zich af te zetten tegen de oudere generatie. Volgens Keune (2015, p. 90) gevoed door een heus authenticiteitsstreven. Dat afzetten bleek onder andere door interesse in niet-westerse culturen, speciaal die van India, en andere instrumenten, zoals de sitar. Een en ander werd gevoed door excessief gebruik van drugs, vooral marihuana en lsd, toen nog niet verboden en op buurtfeesten zelfs nog wel gratis uitgedeeld. De naam psychedelische rock/pop ligt voor de hand, met als variant ‘acid rock’. Niet alleen werd er geluisterd onder invloed, ook geschreven en gemusiceerd. De teksten staan  bol van ‘mystieke en surrealistische beelden’ en, niet altijd heel precieze, verwijzingen naar literaire teksten, zoals dus onder andere ‘Alice in Wonderland’. De muziek had als basis nog de blues, maar met minder strak toegepaste schema’s, was vaak meerlagig en/of enigszins mistig, mede dankzij het klank vervormen. Alles bij elkaar: de verbeelding stimulerend (Keune 2015, p. 92). Epicentrum was San Francisco.

Zoals elke hype zakt de psychedelische mode op een gegeven moment in, begin jaren ’70, maar nu en dan herleeft die, bij voorbeeld met de (garage)punk en met de garagebands begin deze eeuw, waarbij je ook weer ‘Alice-teksten’ ziet. Ook in de zogenoemde gothic rock worden die gebruikt.

Waarom ‘White Rabbit’ van Jefferson Airplane dé iconische Alice-hit werd, is niet meteen duidelijk, het was ook niet meteen een hit. Het nummer werd wel vaak gedraaid op buurtfeesten en anti-Vietnammanifestaties. Ook had Jefferson Airplane succes op de Gathering of the Tribes (1967), een ‘Human Be-in’ in het Golden Gate Park van San Francisco, een erkend onderdeel van de tegenculturele beweging en op de drie belangrijke (pop)festivals: Monterey Pop (1967), Woodstock (1969), en het Altamont Free Concert in december 1969. Het was “the only major band of the era (one who helped provide the soundtrack for the ’60s hippie counterculture) to play all three” (Boone 2020).

Een feit is dat ‘White Rabbit’ inmiddels algemeen gezien wordt als hét nummer dat de start vormt van de psychedelische lezing van de Alice-boeken, de song

….almost single-handedly managed to inspire the “Psychedelic” readings of Alice, and to associate the Alice myth with an hallucinogenic experience in the popular imagination for the next few generations. (Millikan 2011).

Zie ook de ondertitel van Marc Myers’ artikel (2016): ’it became a touchstone of psychedelic rock’.
Als in 1971 Aspects of Alice verschijnt, komt samensteller Robert Phillips bij de vertegenwoordiging van deze lezing van ‘Alice in Wonderland’ niet verder dan het afdrukken van de tekst van ‘White Rabbit’ en een commentaar daarop uit 1968, van Thomas Fensch.

‘White Rabbit’ was een nummer dat Grace Slick al zong in haar eerste band, The Great Society. Ze nam het nummer (evenals ‘Somebody to love’) mee naar Jefferson Airplane waar ze de vertrekkende leadzangeres verving. Het werd enorm ingekort naar één dwingende, stuwende, je bedwelmende beweging, niet onderbroken door een refrein (er is slechts een gevarieerd herhaalde regel) of een gitaarsolo. Beide nummers  verschenen op het album Surrealistic Pillow (1967), en waren een succes als single, in Nederland pas in 1970, met de ‘dubbele A-kant’ (zie afbeelding).

De titel van de LP past natuurlijk prachtig bij het genre psychedelische muziek. Slick (die de titel niet zelf bedacht)

….loves the fact that the phrase Surrealistic Pillow “leaves the interpretation up to the beholder. Asleep or awake on the pillow? Dreaming? Making love? The adjective ‘Surrealistic’ leaves the picture wide open. (1998, p. 112)

De tekst:

 

White Rabbit

One pill makes you larger, and one pill makes you small
And the ones that mother gives you, don’t do anything at all
Go ask Alice, when she’s ten feet tall

And if you go chasing rabbits, and you know you’re going to fall
Tell ‘em a hookah-smoking caterpillar has given you the call
And call Alice, when she was just small

When the men on the chessboard get up and tell you where to go
And you’ve just had some kind of mushroom, and your mind is moving low
Go ask Alice, I think she’ll know

When logic and proportion have fallen sloppy dead
And the white knight is talking backwards
And the red queen’s off with her head
Remember what the dormouse said
Feed your head, feed your head

 

(tekst en muziek Grace Slick)

Tekst en muziek zie/hoor je zelden zo met elkaar verbonden.

Het verbaast mij niet dat Slick, zoals ze meermalen heeft verteld, zich geïnspireerd voelde door Ravels ‘Bolero’. Weliswaar langer volgehouden maar even stuwende en bedwelmende muziek. Ik herinner me speciaal de les muziek waarin de arme, met de orde worstelende leraar dit ‘nummer’ draaide. Dit hadden we nog nooit gehoord! Nog een keer, meneer! Hij dacht dat we hem voor de gek hielden. Let op de drummer!

Slick werd met enige regelmaat over het nummer geïnterviewd. In mei 2016 bij voorbeeld door Marc Myers, voor de Wall Street Journal, in zijn rubriek ‘Anatomy of a song’ (Myers, 2016). Ze vertelt uitvoerig over de wordingsgeschiedenis van het lied, maar levert ook een mogelijke interpretatie, door te vertellen over haar intenties. Zelf stevig innemer van lsd en andere hippe drugs in de late jaren ‘60 herkende ze in het eerste Alice-boek allerlei aantrekkelijk materiaal: een hookah-roker en koekjes en drankjes en paddestoelen die je groter of kleiner kunnen maken, om maar te zwijgen van de algehele trip die Wonderland is (door het Witte Konijn te volgen, het ‘chasing rabbits’). Het verbaast haar dat de alom tegen drugs waarschuwende ouders (zelf overigens meestal behoorlijke drinkers) dit soort boekjes voorgelezen hadden aan hun kinderen. Haar eigen ‘rabbit hole-moment’ was haar vertrek naar San Francisco, het opgeven van modellenwerk en het lid worden van een band.

For Slick, the song “is about following your curiosity. The White Rabbit is your curiosity.” (citaat op Jerrferson Airplane’s official site)

Slick ontkende overigens (ondanks bovenstaande, ze zingt ook over ‘pillen’, en ondanks het feit dat ze ‘all kinds of drug metaphors’ in het boek zag (Myers, 2016) dat ‘White Rabbit’ vooral over drugs zou gaan. Maar al volgens tijdgenoten was het een nummer dat handig de censor omzeilde terwijl de drugsreferenties voor het oprapen liggen.

Ze heeft het ook nauwelijks over een politieke interpretatie die al snel en ook later nog op het nummer geplakt is. Bij voorbeeld over het lied als anti-Vietnam-statement. Op zich is die link niet vergezocht, immers de jongeren in de stad vormden niet alleen een tegenbeweging tegen de oudere generatie, maar ook tegen de regering van Johnson. Op allerlei sites waar de song besproken wordt, zoeken webposters naar aanwijzingen op dit punt. De meest genoemde is de regel ‘When the men on the chessboard get up and tell you where to go’. Je kunt er tegenin brengen dat die slaat op de Looking-Glass-setting, maar evengoed kun je schaken een oorlogsspel noemen. Soms wordt de regel ‘And the white knight is talking backwards’ als extra argument gebruikt: ‘t slaat nergens op, die oorlog. Een enkeling onderstreept de zin ‘When logic and proportion have fallen sloppy dead’. En het ‘low’zijn wordt als ‘depressief door de oorlog’ gelezen. Heel overtuigend is het allemaal niet.

In het meest recente interview met Slick gaat ze hier (toch) een beetje in mee, weliswaar in meer algemene zin:

The song is a little dark. It’s not saying everything’s going to be wonderful. The Red Queen is shouting “off with her head” and the “White Knight is talking backwards”. Lewis Carroll was looking at how things are run and the people who rule us. (Jesudason 2021)

Verder is ze openhartig over haar drugsgebruik en wat dat haar heeft opgeleverd. Zoals ook in eerdere interviews als dat met Myers, stelt ze dat psychedelische drugs, in tegenstelling tot heroïne (en eigenlijk ook de alcohol van de oudere generatie) de weg openen naar het andere en ongebruikelijke. Ze laten je op een andere manier naar de wereld kijken. Dat zorgt ervoor dat je de dingen om je heen meer accepteert. In Alice herkénde ze zo’n manier van kijken, en de beelden uit dat boek kwamen dus goed van pas. Slick was een ‘psychedelische lezer’ van Alice. Ze heeft altijd benadrukt dat de song vooral  is gericht aan de ouderen. Alleen het slot bevat echt de moraal voor haar eigen generatie: blijf nieuwsgierig (net als Alice!), voed je geest, ontwikkel je! ‘Feed your head’! Anderen zien in de laatste kreet vooral een vette verwijzing naar hallucinerende drugs….
Slick behandelt ‘Alice in Wonderland’ zoals dat in zwang kwam: met als basis Adventures en personages (en het schaakbord) uit Looking-Glass. Ze plakt de Red Queen over de Queen of Hearts en laat de White Knight ‘backwards’ praten, een restant van hoe de tijd gaat voor de White Queen?

Dunn en McDonald (2010) maken, een tikje flauw, bezwaar tegen de regel ‘When logic and proportion have fallen sloppy dead’:

In Jefferson Airplane’s famous song ‘White Rabbit’, the acid – throated (and acid – taking) rock singer Grace Slick belts out a line describing Wonderland as the place “where logic and proportion haven fallen sloppy dead.” She s wrong. Logic, of a sort, is alive and well in the worlds Alice visits. It’s proportion that’s dead and gone. (p. 71)

Let op dat de laatste twee regels van de songtekst op twee manieren gelezen kunnen worden: los of met elkaar verbonden. In het ene geval moet je je herinneren wat de Dormouse zei, namelijk: Feed your head. Iets wat hij overigens niet zei, tenminste niet in Adventures (Hatter herinnert zich niet wat de Dormouse zei). In het andere geval moet je je herinneren wat de Dormouse zei, zonder dat verteld wordt wat, en krijg je daarna de opdracht nieuwsgierig en leergierig te blijven/lekker drugs te gebruiken.
Dat de moraal die Slick er zelf ingelegd meent te hebben, niet heel duidelijk is, doet weinig af aan het nut van de song voor de interpretatie van, zoals we het dan maar even noemen, ‘Alice in Wonderland’. Het verhaal psychedelisch interpreteren is immers helemaal niet vergezocht. Fensch interpreteert de song nog in de jaren zestig (1968) meteen volledig psychedelisch (‘Carroll, the first acid-head’, Fensch, 1971[1968]), ook de kreet ‘Feed your head’.
Trouwens, ook Fensch (p. 487), auteur van de satire Alice in Acidland; Lewis Carroll revisited (1970), gooit Wonderland en Looking-Glass gezellig door elkaar, in een wat praterig maar wel jofel artikel, weet je wel. Daarna was het lang wachten op een meer wetenschappelijk onderbouwd stuk, zoals dat van Scott F. Parker (2010).

Parker is totaal niet geïnteresseerd in de hoeveelheid aanwijzingen die er in  Alice in Wonderland [ook Parker gebruikt deze titel!], “dé culturele mythe over vervormde werkelijkheid”(137), te vinden zijn over drugs. Bovendien kunnen de meeste lezers er gemakkelijk al een stelletje noemen. In het leven van alledag leven we in de veronderstelling dat er een heldere grens is tussen normaal (helder, wakker) en vervormd (na drugsgebruik, dromend) bewustzijn. Carroll stelt dat volgens Parker aan de orde: je weet dat gewoonlijk nooit met zekerheid, al was het maar omdat de droom zo werkelijk lijkt, of de werkelijkheid zo vreemd. Hij gebruikt Alice (dus) als een gids naar de studie van de werkelijkheid en de kennis daarover. Immers, Alice raakt verdwaald en vindt de weg terug naar wat dan heet: de gewone werkelijkheid. Of het nou een droom is (het verhaal wordt wel als zodanig gepresenteerd), een fantasieverhaaltje waarin wonderlijke gebeurtenissen nu eenmaal normaal zijn of een beschrijving van vervorming van de werkelijkheid door het eten en drinken van iets: Alice heeft een aantal (ook beangstigende en frustrerende maar) waardevolle ervaringen, avonturen die haar voorkomen als heel echt. Die ondergaat ze als iets wat haar eerder dichter bij het begrip van de gewone werkelijkheid brengt dan er vandaan. Er wordt, en dat is aangenaam en verrijkend,  iets afwijkends getoond (zie Slick, hierboven!). Parker, die zijn eigen ervaringen met drugs inzet ter verduidelijking, komt dan ook tot de conclusie dat het op deze manier lezen van het boek ons iets kan vertellen over de foutieve aannames die er zijn over grenzen die er zouden bestaan tussen de normale en de vervormde realiteit:

Reading Alice as a trip, or even as a dream can help us “dissolve the distinction between normal and distorted reality by calling to our attention the faulty assumptions under which this distinction is made (p. 149)

Zo’n lezing is niet alleen van belang voor het naleven van het boek, het brengt de interpretatie ervan dus ook verder.

Dat er dan ook meteen een volgende vraag opduikt: Was Dodgson zelf gebruiker?, is logisch. Die wordt meestal vrij open beantwoord: er zijn wat indirecte, tamelijk vage ‘bewijzen’, zoals de populariteit van laudanum en opium in zijn tijd. Fensch (1971) meent dat

It is doubtful that he [Dodgson] ever knew of nineteenth-century  equivalent of LSD, but, Alice in Wonderland echoes the confused, surrealistic world – the world of the LSD-trip. (p. 486)

De vraag en het antwoord erop worden hier verder niet behandeld, dat is meer iets voor een apart artikel. Hoe dan ook: het antwoord is in de verste verte niet beslissend voor het belang en de mogelijkheden van een psychedelische lezing van Alice in Wonderland. Met dank aan Jefferson Airplane of, zo je wilt, Grace Slick.

Ten slotte

Slick (inmiddels bijna 82) vertelt ronduit dat het nummer haar tot op de dag van vandaag een hoop financieel plezier oplevert. Het nummer werd heel vaak gecoverd, en gebruikt voor en gehoord in films, games en advertenties:

White Rabbit’s been bringing in royalties for over 50 years. I still get to pay my bills off that one song. Now that’s a good song! (Jesudason 2021)

Ze blijft zelf de aandacht voor het nummer vasthouden, door ook te schilderen over Alice en de White Rabbit. Nog altijd met gezellige vermenging van Adventures en Looking-Glass.

Grace Slick. ‘Once upon a time’ (2013, acryl op board)

Grace Slick. ‘Moonlighting’ (2015, acryl op board)

Grace Slick voor een van haar schilderijen met Alice als onderwerp.

Literatuur

Fensch, Thomas. ‘Lewis Carroll–The First Acidhead.’ In: Robert Phillips (ed.). Aspects of Alice. Penguin Books, Harmondsworth, 1981[reprint, oorspr. New York, 1971], p. 484-487.

Slick, Grace, with Andrea Cagan. Somebody to love?; A Rock-and-roll Memoir. Warner Books, New York, 1998.

Dunn, George A & Brian McDonald: ‘ “Six impossible things before breakfast” ’. In: Richard Brian Davis (ed.). Alice in Wonderland and Philosophy: Curiouser and Curiouser. John Willey, New Jersey, 2010, p. 61-78.

Parker, Scott F.  ‘How Deep Does the Rabbit-Hole Go? Drugs and Dreams, Perception and Reality.’ In:  . Richard Brian Davis (ed.). Alice in Wonderland and Philosophy: Curiouser and Curiouser. John Willey, New Jersey, 2010, p. 137-151

Boone, Brian. ‘THE UNTOLD TRUTH OF JEFFERSON STARSHIP’. Op: grunge.com, 14-4-2020, https://www.grunge.com/201773/the-untold-truth-of-jefferson-starship/?utm_campaign=clip.

Millikan, Lauren. [2011]. About “Curiouser and Curiouser: The Evolution of Wonderland” Site (carleton.edu)
[in 2011 afgerond studieproject van Milikan met veel materiaal over
Alice-gerelateerde zaken als Alice in de popmuziek, Alice-illustraties,
Alice-interpretaties, waaronder het psychedelisch interpreteren]

Wybren Rijkebroer. De psychedelische sixties: 56 Amerikaanse bandjes. Kleine Uil, 2015.
Geert Keune. Een eeuw popmuziek: van crooners tot dubstep. Lannoo, Tielt, 2015

Myers, Marc. ‘How Jefferson Airplane’s Grace Slick Wrote ‘White Rabbit’; with lyrics based on ‘Alice’s Adventures in Wonderland’, it became a touchstone of psychedelic rock.’ In: Anatomy of a song; The Oral History of 45 Iconic Hits That Changed Rock, R&B and Pop. Grove Press, London, 2016, p. 92-99. [interview nr. 14]
Ook op: How Jefferson Airplane’s Grace Slick Wrote ‘White Rabbit’ | IT (archive.org)

Jesudason, David. ‘Grace Slick and Jack Casady of Jefferson Airplane: how we made White Rabbit.’ The Guardian, 23-8-2021.

Overige websites:

Jefferson Airplane -White Rabbit- – Bing video
[een vroege uitvoering, met geëigende psychedelische achtergrondbeelden]

The Story of “White Rabbit” – Jefferson Airplane (official site)

White Rabbit (song) – Wikipedia
[een site die goed bijgehouden wordt, zo vind je bij voorbeeld al een verwijzing naar het artikel van Jesudason]

Category:Music based on Alice in Wonderland – Wikipedia

Musical compositions inspired by Lewis Carroll (mlang.name)
[alle soorten muziek]

Music – Lewis Carroll Society of North America
[inmiddels vijf pagina’s, klassiek, musical en pop door elkaar]

Works based on Alice in Wonderland – Wikipedia
[rubriek ‘popular music’]

Home (graceslick.com)
[met o.a. verrassende Alice/Rabbit-schilderijen en verwijzingen naar sites die haar werk verkopen]

[print_button]