Scroll Top

Alma Mathijsen: Onderland

Phlizz

Online magazine van het Lewis Carroll Genootschap

Bespreking van:
Alma Mathijsen. Onderland. Gebaseerd op waargebeurde nachtmerries
De Bezige Bij, Amsterdam 2024
240 blz., € 22,00 ISBN 9789403121314

Het is volkomen logisch dat je, Alice-fan, als je een titel als Onderland leest, meteen aan Wonderland denkt. Sowieso, en vervolgens zet je er een W ervoor. Op de cover zie je een paar keer een kat, twee flesjes, paddenstoelen. Al op de tweede pagina (p.8) van het boek zakt de ik-figuur door haar lakens en matras, langs de poten van haar bed. Het wordt een daling waar geen einde aan lijkt te komen, net als bij Alice in Wonderland, die diep het konijnenhol in verdwijnt. Hier gaat (ook) een literair spel gespeeld worden met Carrolls Alice-boeken.

Het is niet mijn bedoeling dit boek te recenseren, daarvoor kun je je gemakkelijk behelpen met de kritieken van de grote kranten, tijdschriften en blogs zoals Tzum. Ik bekijk dit boek in relatie tot Alice in Wonderland en Alice in Spiegelland.

In 2020 publiceerde Alma Mathijsen Bewaar de zomer, een literair gezinsmemoir over Alma, de ik-figuur, en haar vader en moeder, dat zich grotendeels afspeelt in hun tweede huis in Italië. Alma werd daar twee keer verkracht. De eerste keer toen ze 16 was, in een scène waarin ze duidelijk ‘nee’ had gezegd. Het was ook een tamelijk bloederige bedoening. De tweede keer was ze 29. Hoewel deze tweede keer ook heftig was, en even duidelijk tegen haar zin, heeft die wat minder traumatische gevolgen gehad. Ze wist zich vlak na de penetratie van de man los te vechten.
Het trauma van deze Alma heeft dus als start de eerste brute verkrachting.
De auteur gebruikt exact dezelfde woorden voor deze gebeurtenis in Bewaar de zomer en deze nieuwe roman: ‘heel even’ zegt de jongen; ze heeft twee keer nee gezegd en beweegt niet mee; de jongen z’n ogen staan dicht bij elkaar;  het decor: een picknicktafel, het hout schuurt, het grind knarst.
De gevolgen zijn immens. De ik, pas helemaal aan het eind vraagt iemand naar haar naam: Harper, durft bij voorbeeld niet alleen te zijn in de nacht. Ze giert soms van de angst, is eindeloos in therapie en slikt een behoorlijke hoeveelheid pillen, waaronder slaappillen.

In 2021 is Mathijsen (inmiddels 40) in contact gekomen met een groep mensen die allemaal (ruim) voor hun 18e seksueel misbruikt zijn. Hun ervaringen zijn het onderwerp van Onderland, vooral de manier waarop ze hun trauma te lijf gaan en ermee leven. Het zijn Jan, Sanna, Levi, Papa, Mandy, Texas, Mieke, Teun en Fiona. Mathijsen bedankt ze in de opdracht van het boek, en beschrijft de ontmoetingen van Harper met hen in deze volgorde in de roman. Hun namen staan in horrorletters boven de hoofdstukken. De verkrachtingen worden slechts heel summier/indirect aangeduid. Hun levens zijn vaak hartverscheurend, hun veerkracht is bewonderenswaardig. Harper belandt in hun nachtmerries, trauma’s, verschillende levensfasen en ‘coping’mechanismes, en noemt de plek waar ze dus vallend (ook vrij zacht, net als Alice in Wonderland) terecht is gekomen onderland.

Onderland-Wonderland
Een deel van de verklaring van de keuze voor onderland (en de verwijzing naar Carroll) ligt in de manier waarop de misbruikte mannen en vrouwen hun verbeelding aan het werk gezet hebben, een soort magische strategieën, die voor hen die zoiets niet meegemaakt hebben, verborgen blijven. De tweede is Lewis Carrolls verbinding met jonge meisjes, die – in elk geval in de huidige tijd – nogal discutabel zou zijn. De derde is de door vele gevoelde duistere kant van de Alice-boeken, speciaal Wonderland. Bij elkaar, in de woorden van Mathijsen:

Als kind vond ik de Disneyfilm van Alice in Wonderland doodeng. Ook het boek durfde ik niet te lezen. De schrijver Lewis Carroll hield net te veel van jonge meisjes. Daar was iets mee. Ik zie Onderland als een wonderland waar de kinderen groot zijn geworden en Carroll confronteren. Ze gaan niet meer weg. (in een interview met Dieuwertje Mertens, het Parool, 15-05-2024)

In Onderland wordt Carroll letterlijk tot de orde geroepen in het hoofdstuk van Texas, die net als de anderen niet weg wil uit onderland, want alles wat ze doet in de bovenwereld om te overleven hoeft in onderland niet. Met de gegilde toevoeging:

‘Fuck you, Carroll, Alice is volwassen.’
De lucht was gigantisch.
‘Wij zijn jouw engste nachtmerrie.’
Texas tierde door, honden renden uit verschillende hoeken op haar af terwijl
ze zich tot de hemel richtte.
‘We zijn geen kinderen meer, we zijn uit het huis van het konijn gebarsten, we zijn groter en vreemder dan alle Lewissen in de hele wereld.’
Een chihuahua sprong tegen haar op, twee waterhonden sprintten erachteraan.
‘We worden nooit meer klein.’ (p.144)

Andere Carroll-elementen.
De start is te vergelijken met die van Alice in Wonderland. Harper valt in slaap (in haar geval dankzij een paar slaappillen), en loopt in een droom. Ook qua opzet en structuur lijkt het op dat boek: ook Harper hopt of rent van de ene in de andere scène, lange tijd eigenlijk steeds op weg naar ‘huis’ of de uitgang. Ze wil niet zijn in onderland.
Wellicht knipoogt Mathijsen ook naar het gesprek tussen Alice en de Chesire Kat, waarin Alice zich beklaagt over het feit dat ze zich tussen gekken moet gaan begeven. De Kat stelt dat ze hier niet zou zijn als ze niet gek was (in het slotstuk van hoofdstuk 6).

In plaats van speelkaarten in Wonderland op het eind regent het hier in het hoofdstuk Sanna handgeschepte kaarten met de tekst ‘Laat ons doen waar we goed in zijn’. Harper houdt er eentje met een foutje: ‘Laat ons doe waar we goed in zijn’. De zin komt hierna nog met enige regelmaat langs. Ze gelooft er helemaal niets van. In de bovenwereld niet, al is daar wel een soort systeem (alleen past ze daar niet in). En in onderwereld al helemaal niet, een wereld zonder logica. Ze snapt ook de tijd niet.

Op p.41/42 introduceert Sanna paddenstoelen, bijna zwart van kleur. Ze neemt er nu en dan een klein stukje van, waardoor de mist in haar hoofd optrekt. Het is een van de ‘instrumenten’ die ze Harper aanbiedt om mee te nemen. Harper wil lliever een poes als helper, maar krijgt vlak voor ze uit elkaar gaan toch een handje paddenstoelen mee. Twee keer maakt ze er gebruik van. De eerste keer om het meisje Mandy te redden van de verkrachting door haar opa. De tweede keer als ze haar eigen monster, de jongen, in de bek kijkt. In de bovenwereld ontsnapt ze iedere keer aan deze confrontatie door ergens in te vluchten. Maar de paddenstoelen drukken haar juist in de scène voor een bevrijdende actie.

Een van de zwart-witillustraties in het boek, van de hand van Mathijsen zelf. Je ziet ze voor het grootste deel ook op het voor- en achterplat. De tekening centraal op het voorplat, met theepot en paddenstoelenhallucinatie, vind je op p.198.

Harper is redelijk snel op zoek naar de uitgang. Levi wijst haar er een paar, waaronder éen via de zogenoemde eufemismentuin. Die kiest ze. En zo komt ze, net als Alice in een tuin, in dit geval een echte bloemenzee. Maar het is niet de tuin uit Wonderland, maar een tuin met sprekende bloemen die alles hebben van de chagrijnen uit Spiegelland, hoofdstuk  2: De tuin met de levende bloemen. ‘Een MeToo-gevalletje’ hoort Harper van verschillende kanten, en belandt daardoor in een stevige discussie over terminologie. Vooral met de tijgerlelie, een man die een beetje lijkt op Humptie Dumptie als hij zegt dat hij zichzelf bedient van woorden naar eigen goeddunken. De vondst van de eufemismentuin is een heel aardige manier van de auteur om haar ongenoegen te uiten over de gevolgen van de MeToo-discussie. Aanvankelijk eentje met redelijk positieve effecten, later begonnen veel slachtoffers zich terug te trekken. Harper roept de bloemen toe dat ze overduidelijk bang zijn voor de woorden aanranding en verkrachting.
Krimpen en groeien komen nauwelijks aan de orde. Eventjes krimpt Harper, in het hoofdstuk van Mieke, het hoofdstuk waarin Harper afrekent met de jongen.

Harper kan bijna aan het eind, dankzij de anderen, de confrontatie met haar verkrachter aan. Op wonderbaarlijke wijze groeit haar vuist en daarmee slaat ze de jongen letterlijk een heel eind van zich af. Ze moet zelfs een beetje om zijn onbenuilligheid giechelen. Feitelijk is ze dan, volgens het officiële circuit, geslaagd qua therapie, en kan ze terug naar de bovenwereld. Maar Mathijsen heeft voor Harper iets anders bedacht dan Carroll voor Alice.

Zonder een oordeel over het boek als geheel: Onderland is een boek waarin de Alice-boeken op inventieve en originele wijze zijn ingezet. Wel enigszins bekend is de aanval op de man Lewis Carroll, die is zelfs heftig en frontaal te noemen.

P.S.
Begin dit jaar verscheen er nog een roman waarin Alice op een paar plekken werd ingezet: De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf, van Maria Kager. Maria Kager was middaggast op het symposium van 20 september, en werd over dat boek geïnterviewd door Liliane Waanders. Zie hiervoor elders in dit nummer.

[print_button]