Scroll Top

Balþos Gadedeis Aþalhaidais in Sildaleikalanda

Phlizz

Online magazine van het Lewis Carroll Genootschap

Bespreking van:

Balþos Gadedeis Aþalhaida, in Sildaleikalanda by Lewis Carroll. With illustrations by Byron W. Sewell, translated into Gothic by David Alexander Carlton.
Uitgeverij Evertype, Portlaoise, 2015.

Alice in het Gotisch … een taal waarin al eeuwen niemand meer mondeling communiceert, die bij een talenstudie als verplicht onderdeel al decennia niet meer bestaat en die als keuzevak in Vlaanderen en Nederland misschien jaarlijks nog enkele tientallen studenten interesseert? Sinds mei 2015 kunnen zij naast de bekende gedeelten uit de Bijbel ook Aþalhaids lezen!
Wat heeft de vertaler bezield, welke problemen kwam hij tegen en hoe heeft hij een aantal daarvan opgelost? In zijn inleiding – gelukkig in het Engels – geeft hij daar antwoorden op. Maar natuurlijk wil ik ook even kijken naar enkele ‘puns’.

Gotisch
De Gotische taal werd in de Oudheid en vroege Middeleeuwen gesproken door de West- en Oostgoten in grote gebieden van respectievelijk Spanje en Italië en lijkt helemaal uitgestorven te zijn in de achtste eeuw. Alleen in de Krim bleef tot in de zestiende of zeventiende eeuw een kleine groep Goten over die de taal nog gesproken heeft. Eén van de belangrijkste bronnen voor onze kennis ervan zijn delen van bisschop Wulfila’s bijbelvertaling uit circa 360, de Codex Argenteus, die in de universiteitsbibliotheek van Uppsala bewaard wordt. Diegenen die meer willen weten verwijs ik graag naar Wikipedia.

Waarom Alice in deze dode taal?
In de inleiding stelt de vertaler zich de vraag waarom hij Alice’s Adventures in Wonderland in zo’n oude en idiosyncratische taal zou vertalen. Deels, zegt hij, omdat Alice zelf óók nogal idiosyncratisch is en het verhaal zich uitstekend leent tot “linguistic flights of fancy” maar ook omdat er zo weinig in het Gotisch te lezen is … hij vond het best de moeite waard deze schaarste wat te verkleinen maar vertelt niet dat hij één van een twintigtal ‘wereld-ambassadeurs’ van het Gotisch is; daar ligt natuurlijk al een (soortgelijk) motief. Ik denk dat het voor mensen zoals ik best interessant is weer eens met deze taal geconfronteerd te worden ook al is dat verplichte bijvak al een dikke halve eeuw geleden! Nee, vlot gaat dat lezen absoluut niet, maar doordat je wel ongeveer weet wat er moet staan en Alice ernaast kunt leggen, is het een aardige uitdaging.

De titel
In twaalf regels verantwoordt Carlton hoe hij aan de naam Aþalhaids komt. Hij vond het verrassend makkelijk en je hoeft geen etymoloog te zijn om hem te kunnen volgen: ook al is ‘Alice’ een Frans leenwoord, het is uiteindelijk afgeleid van de Germaanse samenstelling Aþal- en Haid-  waaruit ‘via via’ het Franse  Adelaïde ontstond. Het woordgeslacht moest aangepast worden evenals een enkele klankverschuiving toegepast en aldus werd Aþalhaids geboren met als genitief Aþalhaidais. De complete titel Balþos Gadedeis Aþalhaidais in Sildaleikalanda kun je het best vertalen als De Dappere Daden van Alice in Wonderland. Gadedeis zouden niet alleen ‘daden’ zijn maar ook ‘scheppingen’ van Alice haar vruchtbare fantasie; haar avonturen representeren “doings and makings”. Zó heb ik trouwens nog niet eerder naar haar avonturen gekeken. Overigens bestaan het werkwoord silda-leikjan, verbazen, verwonderen en het substantief  land in het Gotisch, dus de vertaler hoefde Sildaleikalanda niet te ‘scheppen’.

‘Vertaalproblemen’ ook bij de illustraties
Slaapmuizen komen niet voor in Wulfila’s vertaling en omdat ‘Dormouse’ (volks)etymologisch verklaard kan worden uit dormeus, ‘de slaperige’, en samengesteld met mouse mooi opgevat als een portmanteau heeft de vertaler het werkwoord slepan (slapen) gebruikt met mus (muis) en ontstond Slemus. Hattareis betekent ‘gewoon’ Hoedemaker en Martjuhasa is de letterlijke vertaling van Maartse Haas. Hasa is weliswaar een reconstructie via het Oud-Engels want er lopen ook geen hazen en konijnen in de (in het Gotisch overgeleverde delen van de) Bijbel. Van het Witte Konijn wordt (dan ook maar?) een witte haas gemaakt: Ƕeitahasa. Carlton zal ongetwijfeld het verschil tussen hazen en konijnen wel weten maar hij verantwoordt het woord alleen taalkundig. Koningen zijn er natuurlijk veel in de Bijbel; koning is þiudans. Koningin is ge(re)construeerd: þiudano.

Natuurlijk bestonden veel zaken, handelingen maar ook denkbeelden uit ‘onze tekst’ niet of in een heel andere vorm in de ‘dark ages’. Zo heeft de vertaler bijvoorbeeld ‘treacle’ omgezet in miliþ, ‘honing’ en de ‘tea-party’ is een miduþigg, een ‘mead-thing’, geworden. Honingdrank is kennelijk al eeuwen oud. Zakhorloges bestonden er natuurlijk ook nog niet. Het vestzakhorloge van Ƕeitahasa wordt een stairnomina, letterlijk een ‘sterren-nemer’. In een uitgave van Alice in het Middle-English is dit begrip ook gebruikt en in Wulfila’s tijd zou deze astrolabe al bekend zijn. Carlton weidt nog wat uit over dat een zonnewijzer toch wat lastig is om mee rond te rennen, ook al gebeuren er de meest ongeloofwaardige zaken in Sildaleikalanda. De flamingo is veranderd in een zwaan en de Caterpillar rookt niet een hookah maar een pijp uit de Grieks-Romeinse oudheid. De illustrator, Byron W. Sewell, heeft “Tenniel” in goed overleg aangepast aan de veranderingen en het is aardig zijn tekeningen te vergelijken met de oorspronkelijke. Ik zag pas in derde instantie dat de koning geen bril op heeft.

pelikaan = zwaan

Koning, zonder bril

De Koning (aan het hof) bij John Tenniel, detail

De namen Elsie, Lacie en Tillie zijn fonetisch vertaald als leenwoorden. De meeste Gotische neologismen zijn gemakkelijk te begrijpen met behulp van een lijst van ruim 300 door Carlton geconstrueerde Niuja Waurda achterin het boekje. Ook Dodo’s ‘bestonden’ nog niet in de tijd van de Goten; Dodo wordt Fainiks, een phoenix, die wel bekend was bij Grieken en Romeinen en dus bij Wulfila. Fainiks geeft (wel) een figgrhoþ aan Alice na de reikjaresa, het vingerhoedje, volgens Imme Dros niet meer bekend in 2023, kennelijk wel in de vierde eeuw?

Enkele puns
Soms is het woordspel niet zo moeilijk zoals de tail/tale-pun: verhaal is spill en staart spiliþ. Sommige bleken echter zo lastig dat Carlton het maar opgaf zoals bij de tortoise/taught us-pun die dus “has been forsaken entirely”. De oude, eerbiedwaardige leraar heet nu eenvoudig: Laisjanduskildhrugeis; ja, een beetje humor moet een vertaler van Alice wel  hebben! Het woordspel van het krimpende ‘onderwaterleerplan’ kon ook vrij probleemloos worden opgelost. Laiktjons zijn lessen en leikan is houden van of genieten: ““Swa haitanda laiktjons”, sa Araliwa (de Griffioen) raudida: “unte leikaiþ mannam dagos und dagos.”” Dit lijkt trouwens wel heel veel op de vertaling van Reedijk en Kossmann: je geniet iedere dag minder van onderwijs. Ook de whiting-pun brengt geen problemen: Ƕeits is wit en fisks is vis. Bij de porpoise/purpose-pun die op het eerste gezicht eveneens niet zo moeilijk lijkt te zijn, is dat wel voor mij. Een dolfijn is een dailfin, maar wat is dan dailfina? Het lijkt een verbuiging maar zou eigenlijk doel moeten betekenen in deze op het oog letterlijke vertaling. Het lukt me niet Alice haar reactie “Niu mundes qiþan: ‘daila mundreins’?” correct te vertalen. Munan is bedoelen, menen … dus ongevéér snap je wel wat er staat.  Misschien is er een genootschapsvriend die het precies weet? Graag. Overigens hebben Reedijk en Kossmann deze scène in hun vertaling helemaal laten vallen.

De uitgever
Achterin het boekje staat een deel van het fonds van de uitgever Evertype, natuurlijk vooral toegespitst op Carroll! Het verbaasde me in hoeveel minder bekende talen Alice is gedrukt: in vele Schotse dialecten, Tongan, Sambahsa, Shona, Tongan, Volapük, Walloon, Zulu … en allemaal te koop! Niet alleen in al die talen maar ook in  vele alfabetten: Deseret, Ewellic, International Phonetic, Nyetographic Square, Shaw, Unifon … nog nooit van gehoord! Voor mij zit er ook nog wel wat tussen zoals de Snarkmaster, In the Boojum Forest, Murder by Boojum, alle van de illustrator van Aþalhaids, Byron W. Sewell.  Enfin, het is een boekje dat – ook al heb je nog nooit een woord Gotisch gezien –  zeer de moeite waard is voor elke Alice-liefhebber.

Leens, maart 2024.

[print_button]