Scroll Top

De Dutch Don’t Dance: Alice in Escherland

Phlizz

Online magazine van het Lewis Carroll Genootschap

Choreograaf Thom Stuart, artistiek directeur van De Dutch Don’t Dance (DDDD) stuitte in een muziekwinkel in New York op een cd met daarop de muziek voor de uitvoering van ‘Alice in Wonderland’ voor het British National Ballet. Het was Tchaikovsky’s muziek, maar dan samengesteld, gearrangeerd en aangevuld door Carl Davis.
Die muziek inspireerde Stuart tot het maken van een eigen Alice-in-Wonderland-dansvoorstelling, maar pas toen hij Through the Looking-Glass and what Alice found there gelezen had, zag hij die ook voor zich. Het schaakspel deed hem denken aan Eschers metamorfozen. Hij koppelde de twee en een voorstelling was geboren.
Later ontdekte hij dat M.C. Escher een bewonderaar was van Lewis Carroll. In het Eschermuseum zag hij dat die altijd een exemplaar van Alice in Wonderland op zijn nachtkastje had liggen. En Escher bleek gecorrespondeerd te hebben over Carroll/Dodgson met Martin Gardner, de auteur van The Annotated Alice.

De allebei graatmagere Escher en Carroll hebben veel gemeen. Wim Hazeu somt in zijn biografie van Escher een aantal overeenkomsten op, in een ‘Intermezzo: ‘Alice in Wonderland’ (Wim Hazeu. M.C. Escher; een biografie. Meulenhoff, Amsterdam, p. 301-304). Hun liefde voor logica, wiskunde, schaken, spelelementen in hun werk en hun grillige fantasie. Ze waren beiden ook nauwkeurige chroniqueurs van hun leven. Met name was Escher gefascineerd door Carrolls aandacht voor de spiegel en voor gezichtsbedrog. Hazeu plakt suggestief de scène van Alice in de tuin met de levendige bloemen in hoofdstuk 2 van Spiegelland, waarbij Alice vergeefs probeert niet bij een huis te komen, op een van Eschers litho’s met trappen.

Zo kwam het in 2016, tijdens de kerstperiode, tot DDDD’s voorstelling Alice in Winter Wonderland, die twee jaar later in reprise werd genomen. Er is nu, in deze nieuwe voorstelling, weinig veranderd, de poster kon ook gewoon hetzelfde blijven, alleen de teksten moesten aangepast. De nieuwe reprise was een wens van de organisatoren van het Escherjaar 2023; de titel werd aangepast naar Alice in Escherland, een titel die de lading steeds al gedekt zou hebben. Ook nu in de kerstperiode, want dat past bij een echte familievoorstelling. En zeker met Alice in Wonderland. Het boek werd gepresenteerd in de kerstperiode van 1865, en kreeg een rode band. De eerste volledige, professionele theaterbewerking, in 1886, van de twee Alice-boeken, werd ook in de kerstperiode gespeeld. Carroll stapte gewoon  in een traditie van meestal spectaculaire familievoorstellingen, vaak losjes gebaseerd op sprookjesstof.

Grofweg volgt de dansvoorstelling van DDDD de twee boeken, voor de pauze vooral Wonderland, erna enige tijd Spiegelland. Maar zoals in de meeste bewerkingen die een beetje interessant zijn, gelukkig verre van slaafs. Je komt in Act 1 dan ook al figuren uit Spiegelland tegen, zoals een paar schaakstukken (paarden, de Witte Koningin) en Humptie en Dumptie. Het is niet gemakkelijk de oorspronkelijke verhalen, of sowieso een verhaal, te vinden of te volgen, zeker niet voor de jongste toeschouwers (6+). Als je je goed voorbereid hebt, en het programmaboekje erbij houdt (wat niet echt leuk is, natuurlijk), herken je wel het een en ander.

foto: Menno van der Meer

Act 1 start met iets te harde muziek, aan de waterkant, tegen een achterdoek met een lieflijk natuurbeeld. Alice en haar zusje (dit checkte ik later op het programma: Edith, de naam van het jongere zusje van Alice Liddell, samen met Alice en Lorina eerste toehoorder van Carrolls fantasie op een gezamenlijk boottochtje) lijken zich enigszins te vermaken én te vervelen. Tot er twee personages opduiken: een lange, heel magere meneer met een tekenblok. Het is de goed gecaste dramaturg Rinus Sprong als meneer Escher in een gastrol als danser, hij is verder ook Eschers evenbeeld: grijs (qua baard en kleding) en enigszins streng maar aardig. En een Konijn, dat Alice uitnodigt hem te volgen, en dat doet ze. Ze komt terecht in een moeilijke ruimte, met schuivende, losse trappen, het achterdoek toont nu Relativiteit (litho, 1953) van Escher. Dat geschuif duurt een beetje lang, maar uiteindelijk komt Alice dan kennelijk toch in een ander land, zeker als ze door een paar spiegels gestapt is, waarmee even naar Spiegelland wordt verwezen.

Met het Konijn heeft ze vriendschap gesloten, een vriendelijke aanpassing van het oorspronkelijke verhaal, nu en dan doen ze even neusje-neusje.
Als je goed oplet, zie je een bloedmooie drooglooprace, waaraan de héle cast mee lijkt te doen: het is een propvolle dwarreling op het podium. Het lastige is, dat er geen groei- en krimpmomenten zijn, toch iets wat hét gegeven is in Wonderland. Makkelijk te herkennen zijn de leuke Krolse Kat (zoals Cheshire hier heet) en de  Hoedenmaker. ‘Zijn’ Theevisite, valt helaas wat tegen. Er komt een podiumbrede, zwarte tafel binnen, maar daar wordt niet veel mee gedaan. Er wordt wat overheen gehuppeld en gedanst, simultaan met bestek gerammeld en met een pot gezwaaid, maar dat is het dan.

Opvallend is verder het ontbreken van de Hartenkoningin. Er komt een kennelijk machtige vrouw-met-hofhouding op, maar je ziet geen harten op haar imposante jurk. Een confrontatie tussen de iconische ‘kop eraf’- schreeuwende Koningin en Alice vindt dus niet plaats. Het programma biedt uitkomst: het is de Hertogin. Zij vervult dus een beetje de Hartenkoninginnenrol, samen met de Witte Koningin, straks in Act 2.

foto: Menno van der Meer

Evengoed hebben we zitten kijken naar wonderschone beelden in zwart-wit en prachtige dans. Solo’s van onder anderen Alice (een sterk, en opvallend veel en fraai op de spitzen, dansende en acterende Greta Benedetta Zappettini), en een paar duetjes van Alice met Konijn. Ook goed: Samuele Maniglia; beide dansers komen uit de stal van DDDD). En heel veel ensemblewerk, waarin alle groepen aan bod komen: de ervaren dansers tot en met de kleintjes, die de zaal vertederen, maar goed voorbereid zijn en bij voorbeeld fraai herkenbaar rupsjes van Escher uitbeelden. Dit alles op goed dansbare balletmuziek die door de componist Carl Davis ijzersterk is samengesteld uit het werk van Tchaikovsky, waardoor men in 2016 al sprak van diens vierde orkestmuziek voor een ballet (na Doornroosje, Het Zwanenmeer en De Notenkraker).

Ik constateerde later, bij het doornemen van het programma, dat ik een paar elementjes had gemist, zoals een optreden van Humptie en Dumptie en een solo van de Soep. Humptie Dumptie bestaat in de voorstelling dus kennelijk uit twee personen. De laatste foto, die van de cast, helemaal onderaan, biedt uitkomst. Tweede rij, helemaal rechts: een aan elkaar ‘geklonken’ dubbel-ei!

 

Na de pauze is de bühne een schaakvloer tegen een achterwand waarop een deel van Eschers Metamorphose II is geprojecteerd (zie de afbeelding).

 

foto: Menno van der Meer

Metamorphose II (1939-1940) is een enorm werk (houtsnedes, 19,2×389,5 cm.) waarin een beeld steeds ingenieus overgaat in een ander beeld. Het start met het woord metamorfose, dat via bepaalde patronen overgaat in een soort raster, vervolgens naar zwartwitte ruiten en daarna naar respectievelijk reptielen, zeshoeken, een honingraat, bijen, vogels en vissen, tot we via een blokkenpatroon terecht komen in een Italiaans stadje. En dan zijn we bij het hierboven getoonde beeld. Je ziet nog net de toren die de verbinding is tussen stadje en schaakbord. Daarop trouwens een intrigerend eindspel, zwart gaat winnen.

Het is dus meteen duidelijk voor de kenners dat hier verwezen wordt naar Spiegelland, dat, met aanwijzingen van Carroll zelf, zich afspeelt op een schaakbord.

De beginmuziek is hier geweldig, echt van die vette hofmuziek die de macht representeert. De witte en zwarte schaakstukken stellen zich tegenover elkaar op als legers. Er is een prominente rol voor de Witte Koningin (een fijn optreden van gastdanseres Ana Skovreli), die de aanval kiest en een paard slaat. Balend en mopperend (de enige tekst in het stuk!, iets als ‘dat heb ik weer….’) verlaat hij het toneel, zijn paardenkop afdoend. Een ander paard (of hetzelfde?) staat te trappelen en hoef te schrapen om een zet te doen. Het zijn eigenlijk de enige geinige momenten in de voorstelling, die verder opvallend serieus aandoet. Misschien iets voor een volgende keer, die er over een paar jaar vast komt, om hier en daar wat gekeet in te bouwen.
De Witte Koningin moet ook van het veld af eigenlijk, samen met de Zwarte Koningin die ze ‘tegenkomt’ en die haar van een veld duwt. Maar we zien haar niet vertrekken, wel schijnt ze zo boos hierover te zijn dat ze het laat sneeuwen. Dat vindt het publiek helemaal niet erg, natuurlijk, het levert prachtige plaatjes op. Wel 20 minuten lang duurt de sneeuwdwarreling, en de dansers maken handig gebruik van de mogelijkheden die de sneeuwvloer nu biedt.

De voorstelling volgt vanaf hier niet echt meer Spiegellland maar beeldt in groepen uit wat we op het achterdoek zien voorbijschuiven: fragmenten van Metamorphose II. Alice heeft in Act 2 veel minder te doen, ze loopt wat tussen de groepen door. Uitzondering is een geslaagde en fijnzinnige dans met de Eenhoorn. Ze  komt pas weer vol in beeld als ze na Konijn wordt opgeroepen voor ‘het proces’, dat dan weer hoort bij het eind van Wonderland. Op het toneel heeft de hele cast plaatsgenomen op een van de trappen van het begin, in een soort piramide. Het oogt een beetje als een slotbeeld voor het publiek, zeker door de zegevierende Witte Koningin bovenin de punt. Maar eerst moet Alice natuurlijk nog terug naar haar zusje bij het water. Ze doet dat duidelijk tegen haar zin, er klinkt prachtig weemoedige muziek. Ze wordt getroost door meneer Escher en Konijn. Escher neemt plaats bij de meisjes aan het water, in een soort voorleespose, maar hij tekent op zijn schetsblok. Een ontroerend, verstild slot.

foto: Menno van der Meer

Alles bij elkaar een voorstelling die van alles biedt: een prachtig decor, met geraffineerd gebruik van het achterdoek. Een gave prestatie van de afdelingen grime en kleding. Het zwart-wit verveelt geen moment. Wellicht wordt er wat veel heen en weer en van links naar rechts gedanst door de verschillende groepen, maar het gaat hier natuurlijk gedeeltelijk ook om een presentatie van leerlingen (wat in het publiek te merken is aan de reacties van fans, familie en vrienden).
Er is natuurlijk wat gemopper van de Alice-puristen onder de toeschouwers, die van mening zijn dat het allemaal ‘niets met de boeken van Lewis Carroll te maken heeft’, en dat de twee boeken weer helemaal door elkaar gehusseld zijn. Iedere adaptatie heeft een eigen charme, houdt de aandacht voor het origineel gaande en laat je weer anders kijken naar dat origineel. De combinatie met het werk van M.C. Escher is naar mijn idee in elk geval een gouden vondst voor een dansvoorstelling.

Alle zes voorstellingen waren stijf uitverkocht, net als die in 2016 en 2018.
Het Escherjaar gaat nog even door in 2024, met een tentoonstelling in ‘Escher in het Paleis’ en een in Het huis van het boek. En DDDD blijft nog even bij Escher in de volgende voorstelling, Metamorfozen. Je zou zeggen: ze hebben kunnen vooroefenen.

de complete cast, met middenvoor Stuart, en een stukje daarboven ‘Escher’
foto: Menno van der Meer

Gezien, Alice in Escherland, première ‘witte cast’, 25 december 2023, in Amare, Den Haag. Concept & Choreografie Thom Stuart; dramaturgie Rinus Sprong; muziek Carl Davis / P.I. Tchaikovsky; decorontwerp Edwin Kolpa, Pink Steenvoorden en Ben Verhaar; licht & hoofdtechniek Pink Steenvoorden; kostuumontwerp Ben Voorhaar en Sabrina Zyla; hoofd grime Cindy de Graaf; hoofd kap Nicole Pourier; hoofd kleedsters Arelette Vonk; fotografie Menno van der Meer; productieleider Nicolette Senf. Met onder anderen: Greta Benedetta Zappettini (Alice), Samuele Maniglia (Konijn), Rinus Sprong (Escher), Ana Skovreli (Witte Koningin) en een heel legertje beroepsdansers, dansers uit de lesgroepen van DDDD en uit de audities voortgekomen dansers.

[print_button]