Scroll Top

De vader van

Phlizz

Online magazine van het Lewis Carroll Genootschap

Alice’s Father. Henry Liddell, Dean of Christ Church
Auteur: John Withridge
Uitgever: Gracewing, 2024
Hardcover, 170 pagina’s
ISBN 9780852448656
€ 20.10

 

In 2003 zat ik in de marge van een conferentie in de VS tijdens een diner naast Bert Foer, die in de VS bekendheid genoot als oprichter en president van het American Antitrust Institute. Hij vertelde mij dat hij sinds enige tijd vooral bekend stond als ‘de vader van’ en dat had alles te maken met het feit dat een jaar eerder van zijn zoon Jonathan Safran Foer de succesvolle roman Everything is illuminated was verschenen. Hij kon daar overigens uitstekend mee leven, zijn zoon had immers een prestatie van formaat geleverd.
Hier moest ik aan denken toen ik zag dat de biografie van Henry Liddell de titel Alice’s Father had meegekregen. Natuurlijk was hij de vader van Alice die de inspiratiebron was voor Alice’s Adventures in Wonderland.
Maar wat zou hij ervan gevonden hebben als dit zijn belangrijkste ticket to eternal fame zou blijken te zijn? Mijn eerste gevoel was eerlijk gezegd dat de man hiermee tekort werd gedaan. Zijn persoon heeft me geïntrigeerd vanaf het moment dat ik me verdiepte in Lewis Carrolls leven en mijn ongemak bij de genoemde titel gaf het laatste zetje om de biografie aan te schaffen en te lezen.

Zijn leven
Henry Liddell leefde van 1811 tot 1898. Zijn vader was Anglicaans geestelijke, niet zozeer uit roeping, maar vooral omdat er nu eenmaal brood op de plank moest komen. Hij was weliswaar van adellijke afkomst, maar zijn oudere broer had de titel en de landgoederen van de familie geërfd.
Henry was een studieus kind dat een gelukkige en veilige jeugd had totdat hij op achtjarige leeftijd naar een kostschool werd gestuurd. Hij was duidelijk niet geschikt voor de spartaanse omstandigheden en het gebrek aan privacy. Het onderwijs kende zijn beperkingen, maar niettemin slaagde hij, zij het met moeite, voor zijn toelatingsexamen voor Christ Church, het Oxfordse college waar ook Carroll later studeerde en werkte. Daar was hij een serieuze student, hij las veel, deed weinig aan sport en nam deel aan diverse genootschappen en een debatclub. Hij bleek ook een talent voor tekenen en aquarelleren te hebben.

In 1830 kreeg hij een positie als Student, hetgeen garant stond voor een inkomen, en in 1836 werd hij tutor. Hij werd tot priester gewijd maar evenmin als zijn vader zag hij dat als roeping; hij beschouwde het als een logische stap voor een academische carrière. Hij was eigenlijk nooit echt geïnteresseerd in kerkelijke zaken en hing een gematigde en tolerante versie van het anglicaans geloof aan. Hij vermeed religieuze conflicten en vond zijn werk als wetenschapper in de klassieke talen belangrijker.

Niettemin werd hij in 1842 predikant van de universiteit. In zijn preken legde hij zonder retorisch effectbejag geloofspunten duidelijk uit en gaf aan wat de betekenis was voor actuele issues. Hij werd zelfs benoemd tot een van de kapelaans van de prins-gemaal, wat leidde tot vriendschap met prins Albert en tot op zekere hoogte ook met Koningin Victoria.
In 1846 verliet hij Oxford; tot 1855 gaf hij leiding aan de Westminster School in Londen.
Ook in 1846 trouwde hij met de 15 jaar jongere Lorina Hannah Reeve, een levendige, mooie en charmante vrouw uit een koopmansfamilie. Ze kregen samen vijf kinderen (waaronder dus Alice), waarvan één (James) in 1853 overleed aan roodvonk.

Gedurende zijn tijd in Westminster maakte hij deel uit van een door de Kroon ingestelde commissie die de opdracht had om de situatie van de Universiteit Oxford te onderzoeken, duidelijk met het oog op de nodige hervorming. De statuten van diverse colleges dateerden nog uit de middeleeuwen en de anglicaanse kerk speelde een overheersende rol; vrijwel iedere fellow moest geestelijke zijn en in de meeste colleges was het bijwonen van kerkdiensten verplicht. Moderne wetenschap werd vaak uitgesloten ten gunste van oude talen en hoogleraren gaven nauwelijks college. De commissie kwam met aanbevelingen voor een lossere band met de kerk, versterking van het academisch karakter en meer democratie. Vanwege de weerstand die dit in Oxford opriep, werd een wet opgesteld die echter wel een afzwakking inhield: zo werd, bijvoorbeeld, de verplichting dat fellows geestelijken moesten zijn slechts voor een deel van de fellows afgeschaft. Deze afzwakking riep bij Liddell veel ergernis op.

In 1855 werd Liddell benoemd tot dean van Christ Church. Hij combineerde de kerkelijke functie behorend bij de kathedraal (deken) en die van decaan van het college. Het bestuur van het college berustte bij de dean en het kapittel en al snel bleek dat zelfs de afgezwakte wet bij het kapittel op weerstand stuitte. Het kapittel wilde het kerkelijk karakter van Christ Church behouden en verzette zich tegen een vergroting van de invloed van de Students op het bestuur van Christ Church.
Niettemin bouwde Liddell een reputatie op als hervormer. Hij verbouwde de deanery (de ambtswoning) en gaf hoge prioriteit aan de verbetering van de kathedraal en de accommodatie van de undergraduates. Een mooi voorbeeld van zijn overige ingrepen was de afschaffing van privileges van de undergraduates van goede afkomst. Hij speelde ook een rol bij bestuurlijke zaken van de universiteit als geheel, bijvoorbeeld bij de bibliotheek en de University Press. Veel plezier ontleende hij aan zijn functie als curator van de University Galleries.
Liddell was in die tijd een vooraanstaand wetenschapper. Samen met Robert Scott stelde hij het Grieks lexicon samen dat bekend staat als Liddell & Scott. Het is nu nog steeds het standaard woordenboek Grieks-Engels. Het beschrijft de geschiedenis van elk Grieks woord, met aanduiding van de verschillende betekenissen in chronologische volgorde. De verkoop van het lexicon leverde hem aanzienlijke inkomsten op die hij deels besteedde aan de verbouwing en inrichting van de deanery. De deanery werd in zijn tijd het hart van Christ Church en een sociaal en cultureel centrum van Oxford. In feite was zijn in sociaal opzicht ambitieuze vrouw Lorina de drijvende kracht daarachter. Lorina zorgde ook voor het huishouden en de zorg voor de kinderen. Liddell zelf was enigszins verlegen en had een gruwelijke hekel aan small talk.

In 1887 kreeg hij last van ischias wat het wandelen aanzienlijk bemoeilijkte. In 1891 ging hij met pensioen en verhuisde hij naar Ascot. Daar vulde hij zijn tijd met herziening van het lexicon en betrokkenheid bij diverse lokale activiteiten. Hij overleed plotseling op 18 januari 1898, vier dagen na Lewis Carroll.

Henry Liddell was een man met een natuurlijk gezag, hij verloor nooit zijn geduld of zijn zelfbeheersing en werd zelden kwaad. Hij hechtte veel waarde aan moreel leiderschap en stond open voor verandering en hervorming. Hij had een hekel aan theologische controverses en discussies over de statuten van de universiteit.
Hij was een bekwaam vergadervoorzitter, hoffelijk en onpartijdig. Hij was bijzonder punctueel, bereidde zich goed voor en moedigde de deelnemers aan een vergadering aan kort van stof te zijn. Als agendapunten te veel tijd in beslag namen, was hij snel verveeld. Roddelen in zijn aanwezigheid was uit den boze. Hij rookte niet en dronk niet of nauwelijks alcohol.
Hij had, vreemd genoeg, een fascinatie met riolering en was adviseur van de gemeente voor de afwatering van de vallei van de Theems. Toen hij eens werd gezocht voor een kennismaking met een Duitse hoogleraar, bleek hij onvindbaar totdat, dankzij enkele werklieden, duidelijk werd dat hij zich op dat moment met de afwatering bezighield: “He has just gone down the drain.”

Liddell en Carroll
De familie Liddell speelde een belangrijke rol in het leven van Lewis Carroll. Carroll bezocht de deanery vaak, niet zelden om foto’s van de kinderen te maken. In 1856 gaf Henry Liddell zijn toestemming voor de boottocht tijdens welke Carroll een verhaal vertelde aan de kinderen dat hij vervolgens uitschreef als Alice’s Adventures under Ground en later uitbreidde tot Alice’s Adventures in Wonderland.

Liddell was verantwoordelijk voor Carrolls benoeming tot docent wiskunde in Christ Church. Niettemin trok Carroll in diverse van zijn universitaire pamfletten behoorlijk van leer tegen het beleid van de dean. Wat Liddell daar ook van vond, in 1868 gaf hij Carroll op diens verzoek de dispensatie die het mogelijk maakte dat Carroll diaken bleef en niet tot priester werd gewijd. Diverse biografen vinden het raadselachtig waarom Liddell dat zou hebben gedaan. De verklaring hiervoor kan mogelijk worden gezocht in de persoonlijke opvatting van Liddell over het kerkelijk karakter van Christ Church: als lid van de eerder genoemde commissie had hij immers bepleit dat de verpichting tot een kerkelijke functie voor de staf van het college zou verdwijnen.

Zoals bekend kwam het in 1863 tot een breuk met de familie en we verkeren in onzekerheid over de oorzaken daarvan. De biografie van Liddell betoogt dat de oorzaak in elk geval niet een vermeend huwelijksaanzoek van Carroll aan Alice kan zijn geweest omdat Carroll zelf nooit in een huwelijk geïnteresseerd was. Witheridge vermoedt dat Carroll in de ontbrekende dagboek-pagina’s zijn liefde voor Alice heeft uitgesproken en dat de familie Dodgson die pagina’s heeft verwijderd uit respect voor Alice, die inmiddels de nodige bekendheid had als “de inspiratie voor en de heldin van de Alice-boeken”. Het zou ook vooral Lorina zijn geweest die bedenkingen had bij Carrolls bezoeken, omdat zij uit was op huwelijkskandidaten voor haar dochter die hoger op de sociale ladder stonden.

Bij zijn afscheid als dean kreeg Liddell een in leer gebonden boek met de namen van alle leerlingen, collega’s en vrienden. Carroll ontbrak hierin, alhoewel hij in een brief aan Lorina de pensionering van haar echtgenoot had omschreven als een “groot verlies voor de universiteit, het college, de stad en mijzelf”, waaraan hij toevoegde dat “de hoop dat enige opvolger zijn plaats zou kunnen innemen, ijdel zou zijn.”  Er schijnt nog een poging tot verzoening tussen Liddell en Carroll te zijn geweest in de vorm van een uitnodiging voor een diner met de Duchess of Albay, maar Carroll sloeg deze af, zoals hij op dat moment met vrijwel alle uitnodigingen deed.

Ten slotte
Het boek Alice’s Father: Henry Liddell, Dean of Christ Church geeft een goed beeld van het leven en werk van Henry Liddell. Het is trouwens de enige biografie die over hem is verschenen. Wel is er een kort persoonlijk document over hem van de hand van Henry Lewis Thompson, gepubliceerd in 1899 (Henry George Liddell. D.D.: A Memoir, John Murray, 1899). Het was geschreven in opdracht van Liddells vrouw Lorina, is nogal oppervlakkig en bevat geen enkele vermelding van Lewis Carroll en/of de Alice-boeken.

Het motto van de familie Liddell was ‘Fama semper vivit’, ‘Roem leeft voor altijd’. John Witheridge (de auteur van het hier besproken boek) noemt het ironisch dat ondanks de vele prestaties van Liddell, zijn invloed en eruditie, het niet het lexicon Liddell & Scott is dat de familie eeuwige roem verschaft, maar Alice en Lewis Carroll.

Men kan van mening verschillen over het belang van de persoon van Alice Liddell voor Lewis Carroll: was zij zijn dreamchild of slechts één van zijn vele childfriends met als bijzonder element dat haar naam gebruikt werd voor zijn literaire werk? Hoe dan ook is er in beide gevallen toch sprake van een beperkte persoonlijke prestatie en het is naar mijn mening eerder wrang dan ironisch dat de prestaties van haar vader daaraan ondergeschikt worden gemaakt. En het is extra wrang dat Witheridge daar in de titel van zijn biografie zelf een bijdrage aan levert.

Liddell op 47-jarige leeftijd

Liddell op ca. 65-jarige leeftijd

Cartoon, getekend door Ape (Carlo Pellegrini) voor Vanity Fair 30-1-1875

[print_button]