Scroll Top

De verwondering blijft

Phlizz

Online magazine van het Lewis Carroll Genootschap

Toen ik klein was, las ik alleen maar Suske en Wiske-stripboeken, want echte boeken vond ik veel te weinig plaatjes hebben. Af en toe probeerde ik het wel eens, maar het lukte me nooit om mijn aandacht erbij te houden. Maar ik had één boek dat ik wel te behappen vond: De Verhalenreus: een schat aan sprookjes en vertellingen uit de wereldlitteratuur, een uitgave van uitgeverij Spaarnestad uit 1968. De verhalen die erin stonden, waren lekker kort en hadden erg mooie plaatjes. Mijn twee favorieten waren Een dolle theevisite en Tiedeldom en Tiedeldie. Ik had toen zeker niet door dat dit slechts fragmenten waren uit de Alice-boeken van Lewis Carroll.

Toen ik naar de middelbare school ging, was ik nog steeds niet gek op lezen, maar het bleek wel dat ik niet bepaald goed was in rekenen en wiskunde, dus had ik in plaats daarvan alle talen in mijn pakket. Op mijn eindexamen moest ik 25 boeken lezen voor Nederlands, 20 voor Engels, 15 voor Frans en 15 voor Duits. Ondanks mijn slechte rekenen, moest ik concluderen dat dit op 75 boeken kwam. Mijn voorkeur ging voor het gemak uit naar hele dunne boeken, boeken die verfilmd waren en/of boeken waar veel samenvattingen van te vinden waren. Tot mijn vreugde kon ik zelfs kiezen voor een kinderboek: Alice’s Adventures in Wonderland. Die ging zeker op mijn lijst, want ik had er immers al twee hoofdstukken van gelezen en er waren genoeg achtergrondartikelen over te vinden (in de hangmap in de Bibliotheek, want het internet bestond nog niet in mijn wereld).

Ik kwam er al snel achter dat die artikelen vaker over de geschiedenis achter het boek gingen en over zaken als vertalingen, woordgrapjes, illustraties en dergelijke, dan over het verhaal zelf. Ik weet nog dat ik in de bibliotheek verdiept raakte in een artikel over plekken in Engeland die Lewis Carroll geïnspireerd zouden hebben. Inderdaad leek het gebeeldhouwde konijn in de kerk van Beverley (zie afbeelding hiernaast) wel erg op de Messenger Rabbit uit Through the Looking Glass en is Alice’s Shop in Oxford nog steeds te herkennen als de sheep shop.

Mijn lerares Engels was erg enthousiast over mijn bevindingen en het leverde me een hoog cijfer op voor mijn mondeling. Via Lewis Carroll was ik inmiddels in aanraking gekomen met andere Engelse klassiekers, zoals de werken van Charles Dickens, Oscar Wilde en Emily Brontë. Ik had het lezen ontdekt en besloot zelfs Literatuurwetenschappen te studeren aan de UvA.

Op de universiteit volgde ik op een gegeven moment het keuzevak ‘Jeugdliteratuur’ van de vakgroep Nederlands. Toen we als afsluiting van de collegereeks een thesis moesten schrijven, koos ik als onderwerp de Nederlandse vertalingen van Alice in Wonderland, omdat ik erg benieuwd was hoe de bekende woordgrapjes werden opgelost door de verschillende vertalers. Het bleek dat veel vroege vertalers ze niet helemaal begrepen hadden of zelfs hadden overgeslagen. In de eerste vertalingen ontbraken zelfs hele hoofdstukken, maar ik weet nog dat ik het waanzinnig bijzonder vond om de eerste vertaling, Lize’s Avonturen in het Wonderland uit 1875, in te mogen kijken in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Omdat ik het erg interessante materie vond, heb ik veel tijd en moeite in deze thesis gestoken, die dan ook bekroond werd met een 9. De docent, Gerard de Vriend, was zelfs zo enthousiast dat hij aan me vroeg of ik het stuk misschien kon herschrijven voor het literaire tijdschrift waarvan hij redacteur was: Literatuur zonder leeftijd. Zonder aarzelen ging ik weer aan de slag en een aantal weken later kon ik de publicatie in ontvangst nemen. Hiermee had ik de smaak te pakken gekregen, want ik zou daarna voor nog veel meer tijdschriften schrijven over allerhande onderwerpen. Maar Alice liet me niet los en een paar jaar later vroeg ik aan het tijdschrift Elf Fantasy Magazine of ik misschien een artikel voor ze mocht schrijven over Lewis Carroll en Oxford. Ik had van tevoren al bedacht dat ik toch echt ter plaatse moest zijn om goed veldwerk te kunnen verrichten… dus reisde ik af naar the City of Dreaming Spires.

Het artikel is er gekomen, maar niet alleen de bekende plekken als Christ Church, the botanic garden en the Museum of Natural History vond ik prachtig, maar heel Oxford vond ik overweldigend. Het voelde alsof ik in een sprookje dwaalde en op het moment dat ik voor het eerst op St Aldates richting Tom Tower liep, wist ik dat drie dagen echt niet genoeg waren en dat ik er een tijdje wilde gaan wonen. Mijn schrijfwerk leverde echter nooit veel geld op, dus zocht ik alternatieve manieren om met een laag budget tijd in Engeland door te brengen. Zo heb ik vrijwilligerswerk gedaan in North-Yorkshire, zodat ik plaatsen kon bezoeken waar Lewis Carroll gewoond heeft, zoals Ripon, Beverly, Croft-on-Tees, Richmond en Whitby, waar hij op vakantie ging. Maar de meeste tijd heb ik doorgebracht in Braziers Park, een community in een landhuis dat eruit ziet als een kasteel, wat gerund wordt door vrijwilligers.

Braziers Park, Main House

De enige link die ik gevonden heb met Lewis Carroll is dat zijn vriend en collega-schrijver, Charles Kingsley, er een tijd heeft doorgebracht. Vanuit het kasteel kon ik makkelijk met de bus naar Oxford om bezoekjes te brengen aan Christ Church, Magdalen College, Salter’s boatyard, Oxford University Press, St Frideswide Church, Binsey, Nuneham Courtenay, Museum of Oxford, Alice’s Shop en nog veel meer plekken die in meer of mindere mate te maken hadden met de Alice-boeken.

De echte stap zette ik in 2016: ik huurde op de bonnefooi een kamer in Iffley, vlakbij de Isis (zoals de Thames in Oxford genoemd wordt) en zocht van daaruit een baan. In die periode kon ik compleet opgaan in mijn nogal uit de hand gelopen hobby. Uiteraard werd ik lid van de Lewis Carroll Society in Londen en bezocht zo veel mogelijk bijeenkomsten. Uiteraard heb ik meegeholpen met Alice’s Day. Aldaar hoorde ik het nieuws dat het Genootschap in Nederland nieuw leven werd ingeblazen. Toen mijn jaar in Oxford erop zat, had ik dus iets om naar uit te kijken. Inmiddels zijn we alweer een paar jaar verder en heb ik tijdens het Symposium van 2021 een virtuele Alice-tour door Oxford mogen geven. Zelfs ruim veertig jaar nadat ik voor het eerst over Alice las in de Verhalenreus kan ik nog steeds opgaan in de boeken, de verhalen eromheen, de foto’s, de illustraties, de films en alles wat ermee te maken heeft. De verwondering blijft.

Links:
Vertalers in Wonderland: Over de Nederlandse vertalingen van Alice
Alice in Oxford: de wonderlijke wereld van Lewis Carroll

Judith, op de rug gezien, LC-symposium 22-9-2023.
foto: Mikos Teuben

[print_button]