Scroll Top

Het Pruikement van de Wesp

Phlizz

Online magazine van het Lewis Carroll Genootschap

Wat denken de Carrollianen eigenlijk van The Wasp in a Wig? Is het echt of is het vals?

    Ik heb hier de door Martin Gardner uitgebreid geannoteerde uitgave, met in facsimile de proefstroken van de verloren gewaande episode en de brief van Tenniel van 1 juni 1870 waarin hij schrijft dat het wespenhoofdstuk hem geen enkele belangstelling inboezemt en aan Carroll voorstelt het te schrappen.
    De brief van Tenniel werd voor het eerst facsimile weergegeven in de eerste biografie van Carroll, geschreven door zijn neef S. Collingwood Dodgson uit 1898, meteen in het jaar van Carrolls overlijden. Collingwood citeert verder uit een andere brief waarin Tenniel schrijft dat ‘een wesp in een pruik geheel boven de middelen der kunst gaat’ – ‘is altogether beyond the appliance of art’. Collingwood vermoedt naar aanleiding van de pruik dat de wesp een rechter of advocaat geweest moet zijn, en dat het wesp-hoofdstuk (dat het het aantal hoofdstukken op dertien zou brengen, maar na het schrappen heeft Carroll waarschijnlijk van het voorlaatste hoofdstuk, het wakker worden, er twee gemaakt, nu X en XI) kennelijk het niveau van de rest van het boek niet haalde en er daarom is uitgelaten.
    Maar weg was het, en niemand kon er feitelijk iets van zeggen.
Tot in 1974 de proefstroken opdoken toen ze werden geveild door Sotheby. Over de herkomst – vaak een belangrijk gegeven bij het veilen van zeldzame, kostbare of unieke stukken – was niets bekend: ze zouden hebben gezeten in een van de vele kavels met ‘From the Property of a Gentleman’, zoals het merendeel van Carrolls bezittingen na zijn dood is verkocht, en verder niet herkend en vandaar niet gecatalogiseerd zijn. Ze verdwenen na zijn dood in onbekende handen en toen ze in 1974 werden geveild was de uiteindelijke koper ook eerst onbekend, maar in 1977 werden ze dan toch uitgegeven, bezorgd door Martin Gardner. Vrij Nederland publiceerde in het boekennummer van 22 oktober van dat jaar de proefstroken en Tenniels brief integraal, plus een vertaling van de hand van Else Hoog (‘De Wesp in de Pruik’) en een aantal artikelen over Alice, Carroll en de episode.
    Het geschrapte wespenhoofdstuk bleek geen hoogstandje – het was zelfs buitengewoon slap. In Furore 9 van januari 1978 schreef Evert Geradts een stuk, ‘De wesp in het toepetje’, waarin hij het sterke vermoeden uitte dat hier sprake was van een vervalsing. Geradts had in Californië een bekende meestervervalser ontmoet die zich in Hitleriana had gespecialiseerd en wiens vervalsingen als warme broodjes over de toonbank gingen – het gerucht ging dat hij een verzamelaar zelfs had weten te verblijden met de authentieke schedel van Hitler als baby. Servies stammend uit ‘Bavaria’ (‘Als ik er Bayern opzet, geloven ze het niet!’) en brieven die de ramp met de Hindenburg in 1937 hadden overleefd, behoorden ook tot zijn competenties, en Geradts kreeg enige inkijkjes in het nobele metier van goedgelovige veel te rijke mensen geld uit de zak kloppen:  

 “Het lijkt me niet zo’n toer, een paar velletjes papier uit 1870 op de kop te tikken, een klein stukje Carroll-achtige tekst in mekaar te draaien over een wesp en een pruik, en dat met de juiste letter te drukken. Daarna wat korrekties met galnoten-inkt aangebracht in Carrolls overbekende handschrift en honderdduizenden Alice-minnaars kunnen in extase gebracht worden.” 

 Gardner was ertussen genomen, erin getuind, te grazen genomen, belazerd, gefopt, vermoedde Geradts – of misschien had Gardner het hoofdstuk zelf geschreven, om zich na zijn jarenlange bekommeringen en beslommeringen met Carrolls werk enigszins af te reageren.
    Afgaande op Tenniel moet er ooit inderdaad een episode (of zelfs heel hoofdstuk) over een wesp in een pruik hebben bestaan die Carroll schrapte, maar is het wat er in 1977 voor door moest gaan? De episode is kleurloos, vrijwel graploos, aan elkaar geflanst met letterlijk overgenomen frasen uit de rest van het boek: in Vrij Nederland schreef Carel Peeters in een begeleidend stuk dat er in het wespenhoofdstuk heel veel overeenkomsten zijn met de rest van Through the Looking-Glass, maar daaruit hoeft niet te blijken dat het van de hand van Carroll is, integendeel, zou ik zeggen. Te denken geeft ook het feit dat het gedicht, over de gele krullen van de Wesp, bijna als enige gedicht geen parodie is en bovendien niet leuk: het trekt en sleept, is taai en saai van vorm en ontbeert iedere spitsvondigheid – één woordspeling staat erin (comb als kam en honingraat). Sowieso verschilt de moeizame toon hemelsbreed van de episode van de prikkend plagerige rest van het boek. Het is van de Wesp niet duidelijk wat hij daar doet, en – ook vreemd – het is moeilijk te bedenken wat voor corresponderend schaakstuk hij moet voorstellen of wat voor zet zijn episode in het schaakspel zou moeten zijn, op dit punt aanbeland. 
    De plaatsing van de episode is ook al onwaarschijnlijk. Hij zou moeten komen na of aan het eind van hoofdstuk VIII, volgend op het al met al vrij ontroerende hoofdstuk met de Witte Ridder, en vlak voor het moment suprême dat Alice de laatste beek overspringt en tot Koningin promoveert. Als het Witte Ridder-hoofdstuk ermee moet afsluiten, zou de episode het toch al verreweg langste hoofdstuk nog topzwaarder maken; als het daarentegen een apart hoofdstuk had moeten worden, was het met zijn 1390 woorden, inclusief 20-regelig gedicht, juist een erg mager hoofdstuk geweest. Dat Carroll op dit punt de spanning nodeloos en ruw onderbreekt en Alice nogmaals iemand laat helpen – eigenlijk op dezelfde manier als ze de Witte Ridder heeft geholpen – is ongeloofwaardig.
    Vals of echt? En als het een vervalsing is, wat zou dan het echte hoofdstuk met de wesp en de pruik moeten zijn – waarschijnlijk inderdaad handelend over een lid van de pruikdragende  juridische professie – en waar zou het moeten staan? Misschien dat het een uitbreiding was van het insecten-hoofdstuk III? Betere vervalsers en/of parodisten zouden zich daar eens aan moeten zetten – maar je kan (andere optie) deze episode ook zo proberen te vertalen dat het werkelijk kan doorgaan voor iets wat Carroll schreef, al zal het door de plek in het boek toch altijd een teleurstellende leeservaring blijven. 

[print_button]