Phlizz
Online magazine van het Lewis Carroll Genootschap
In een brief in 1896 gaf Lewis Carroll aan dat hij zich wel kon vinden in de opvatting dat The Hunting of the Snark een allegorie voor een zoektocht naar geluk was. Verder hield hij altijd vol dat er geen diepere betekenis achter zat. Niettemin zijn er vele interpretaties van de achtergrond of betekenis van het gedicht. Een daarvan betreft een verband met ‘The Tichborne Case’ en deze zaak is het onderwerp van de recente roman van Zadie Smith The Fraud (in het Nederlands vertaald als Charlatan).
Roger Tichborne was de erfgenaam van een familiefortuin, maar werd verondersteld te zijn omgekomen in een schipbreuk in 1854. Zijn moeder bleef hopen dat hij het had overleefd en bood via advertenties in kranten een beloning aan voor meer informatie over haar zoon. In 1866 beweerde een arme slager uit Australië Roger Tichborne te zijn. Eenmaal in Engeland werd hij door de moeder als haar zoon geaccepteerd; de andere leden van de familie zagen echter een bedrieger in hem. Na diverse rechtszaken en een landelijke campagne van de veronderstelde zoon, werd hij uiteindelijk wegens meineed veroordeeld tot een gevangenisstraf van 14 jaar. De rechter veroordeelde ook de betrokken advocaat, die wegens zijn gedrag als advocaat werd geschorst.
Volgens o.a. Francesca Kettle parodieerde Carroll deze advocaat als de ‘Barrister’ in The Hunting of the Snark. Zij ziet ook een duidelijke gelijkenis tussen Henry Holiday’s tekening van de Barrister en het portret van de advocaat in ‘The Tichborne Case’ (zie afbeelding).
Zie: Francesca Kettle (2017), ‘”For the Snark was a Boojum, you see.” The case of The Claimant, The Medals and The Poem An article in five fits.’ https://open.conted.ox.ac.uk/sites/open.conted.ox.ac.uk/files/resources/Create%20Document/For%20the%20Snark%20was%20a%20Boojum_Francesca%20Kettle.pdf
[print_button]