Scroll Top

Geschiedenis

40 jaar Lewis Carroll Genootschap: een terugblik

Door Casper Schuckink Kool

In 1975 was ‘Alice in Wonderland’ 110 jaar oud, en ik 30.  Het internet moest nog worden uitgevonden, evenals de smartphone die meer kan dan destijds een peperdure kantoorcomputer;  een blad drukte je met een stencilmachine.

Al vanaf mijn prille jeugd las ik alles wat ik te pakken kon krijgen. Alice in Wonderland, in de vertaling van Reedijk en Kossmann, was één van mijn lievelingsboeken.  Toen ik als teener bij De Slegte niet alleen de oorspronkelijke Engelse tekst vond maar ook een vertaling in het Latijn, besloot ik Alice-uitgaven te gaan verzamelen.

Het volgende decennium breidde mijn collectie zich uit. Op boekenspeurtocht in Londen ontdekte ik zoveel meer: biografieën, de Snark, fotografie, logica, parodieën en meer. Ik werd lid van de Britse Lewis Carroll Society, opgericht in 1969, en van de L.C.S. of North America (1974), en probeerde een Snark-vertaling te maken die recht zou doen aan het origineel  – The Hunting of the Snark was toen nog niet in het Nederlands vertaald.

Over al deze onderwerpen wilde ik graag van gedachten kunnen wisselen met anderen met dezelfde interesse.  Wat deed je dan, in de jaren zeventig ? Je zette een advertentie in Vrij Nederland ! De tekst luidde ongeveer: Bellman zoekt bemanning voor jacht op de Snark. Bent u, net als ik, gefascineerd door het werk en de persoon van Charles L. Dodgson alias Lewis Carroll, auteur van onder meer Alice in Wonderland, neemt u dan contact op met …

Er kwamen enkele tientallen reacties. De briefschrijvers heb ik uitgenodigd naar Amsterdam te komen, en daar is op 16 januari 1976 het Lewis Carroll Genootschap opgericht. Het was een informele club zonder rechtspersoonlijkheid, bestuur, contributie, statuten & reglementen. De bijeenkomsten vonden plaats bij de leden thuis, ook als die toevallig in Groningen woonden. De ‘leden’ waren veelal student of net afgestudeerd, maar er waren ook ouderen. Zo’n twee derde was man. Verzamelaars, vertalers, wiskundigen – veel disciplines waren vertegenwoordigd.

Besloten werd, een blad uit te gaan geven: Wauwelwok. Het eerste nummer verscheen in oktober 1977. Daarna zouden nog verschijnen de volgende thema-nummers: Boojum-nummer [1978], Puzzle-nummer [1979], Lewis Carroll Calendar 1981 [eind 1980], en als laatste “Catalogue of 100+ Dutch Alice in Wonderland-editions” (1982).

In de eerste zeven jaar van zijn bestaan heeft het LCG dus vijf unieke tijdschriften uitgegeven, ontelbare huiskamerbijeenkomsten georganiseerd, interessante gasten ontvangen, bijvoorbeeld het Amerikaanse echtpaar Schaeffer, gespecialiseerd in Alice-verfilmingen, en de nationale pers gehaald over een aanvaring met vertaler Eelke de Jong.

En toen werd het stil. De initiatiefnemers kregen het te druk met andere dingen als gezin of carriere, en aanwas van nieuwe leden (die inmiddels een contributie moesten betalen van 15 gulden per jaar) was er vrijwel niet. En zo verdween het L.C.G. softly en suddenly in het niets. Formeel is het nooit opgeheven; misschien hield het zich al die tijd schuil achter een wolk.

Dat nu, in 2016, veertig jaar na oprichting, een poging wordt gedaan het slapende Genootschap wakker te kussen, is te danken aan het initiatief van Bas Savenije. Ik ondersteun het van harte, naar vermogen.  Ik besef dat de tijden veranderd zijn, en dat het LCG anno nu anders zal zijn dan ik het vroeger heb gekend.  Als nieuwe leden hetzelfde enthousiasme meebrengen als in de jaren zeventig, dan gaan we nog mooie tijden tegemoet.